Varen100

Start Vaartocht 2020 vanuit Maastricht 

De foto's staan in het fotoalbum!!.

Lier 2 – 3 september

Woensdag 2 september aangekomen in Lier, en vandaag 3 september even een fietstocht gemaakt naar de grote stad. Het regende vanmorgen toen we op de fiets weg reden. De stad is heel groot en mooi, maar er moesten geen Belgische keitjes en kinderhoofdjes liggen. En dan zijn ze nog nat ook. Ik begrijp nog steeds niet, waarom Belgen de straten volgooien met dit soort bestrating. Totaal niet vriendelijk voor de mensen, rolstoelen, mensen die slecht te been enz. Door de regen en vies weer niet echt een grote wandeling en fietstocht kunnen maken. We hebben hier en daar wat foto's gemaakt en verder hebben we Lier op een bourgondische manier ontdekt. De Leonidas winkel is niet over geslagen, en het streek lekkers is niet vergeten het “Liers Vlaaike”.

En tussen de middag heerlijk gegeten in het restaurant “Het Moment” vonden we wel heel toepasselijk.

Het is inmiddels 3 september en we liggen al in Lier België.

Ja ik heb jullie wel een beetje in de steek gelaten met de verhalen.

Maar nu dan toch weer een leuk verhaal voor jullie.

We hebben inmiddels Frankrijk verlaten en zijn we op weg naar de Nederlandse grens. Ondertussen hebben we heel wat stops gemaakt, met natuurlijk ook mooie plekjes om aan te meren. Ik zet voor jullie de foto's op de site met een stukje tekst erbij. Onderweg zijn we natuurlijk ook de grote stad Parijs door gevaren. We keken onze ogen uit zo stil als het was tijdens het varen door Parijs. Normaal gesproken vliegen ze je rechts en links voorbij, nu helemaal niets. We varen echt helemaal alleen over de Seine hoe onbegrijpelijk is dat. Dit is normaal echt niet voor te stellen, dus het jaar 2020 door Parijs is een heel bijzonder jaar geweest. We gaan niet in de haven van Parijs, Port Napoleon liggen, dit van wege de enorme hoge prijs als havengeld 75 euro per nacht. Daar liggen we voor in een enorme herrie bak, en daar staan we echt niet om te springen, dus we varen rustig door Parijs. De stad Parijs willen we zeker niet gaan bezoeken in de Covid tijd, code rood. We zijn er drie jaar terug geweest met onze Zweedse vrienden en dat vinden we voorlopig meer als genoeg.

Als ik dit schrijf liggen we in Lier België en hebben we de nodige leuke en spannende dingen weer mee gemaakt.

Onder ander de schepenlift van Strépy-Thieu, daar heb ik eerder al een verhaal over geschreven. Maar we hebben nu ook het Hellend vlak bij Ronquierus gedaan, en ja dat is wel heel iets anders dan de schepenlift.

Het hellend vlak van Ronquieres is een scheepslift nabij het Belgische dorpje Ronquieres. Het is een hellend vlak op het kanaal Charleroi – Brussel. Het overbrugt het hoogte verschil met het Henegouwse Plateau.

Het vlak is 1400 meter lang en overbrugt een verval van 68 meter, met een hellingsgraad van bijna 5%. Er zijn twee scheepsbakken van elk 85,50 meter lang en 11,60 meter breed. De Bakken rijden als wagons over rails en worden met kabels voortbewogen. Elke bak heeft een eigen contra gewicht, dat op rails onder de bak doorgaat. De bakken kunnen zo onafhankelijk van elkaar werken, wat van belang is voor het onderhoud en bij eventuele storingen. In zulke gevallen werkt het vlak gewoon door, maar met beperkte capaciteit. De totale kosten van dit project bedroeg 3,1 miljard toen nog Belgische frank (ongeveer 77 miljoen). Het vlak voorziet zichzelf van energie. Naast de helling ligt een buis waardoor water stroomt dat een turbine aandrijft, die de elektrische energie voor het kunstwerk levert. Dat wij er waren was er een bak in onderhoud, dus voeren ze met de andere bak. Op zondag is het alleen voor de pleziervaart, en door de weeks ook de beroepsvaart en pleziervaart. Alleen dan is er een probleem van lange wachttijden want de beroepsvaart gaat ten alle tijden voor. De hoogte van de toren is 150 meter, totale lengte project inclusief toe en afvoerkanalen is 6 kilometer.

Wij waren daar op zondag, er lag een vrachtboot langs de kant te wachten, wij moesten even wachten tot dat de bak weer boven is gekomen, want wij gingen namelijk naar benden. De rit duurt ongeveer 25 minuten. Maar dan beleef je ook wel wat in die 25 minuten. Je vaart de bak in, klep gaat achter je dicht, en dan lig je daar als enige boot in die grote bak. Met het uitzicht over het dal wat daar benden ligt. Je moet de boot aan vier lijnen vast maken. En dan gaan we met verbazing kijken wat er allemaal gebeurt. Het is heel spectaculair wat je meemaakt. Eenmaal beneden aangekomen dan denk je als dat maar goed gaat, komt het niet met een enorme knal aan. Niets is minder waar, zo rustig en zo beheerst als dat gaat onvoorstelbaar. En dan gaan de schuiven weer open en mag je weer naar buiten varen. Beneden aan de kade hebben we onze overnachting gemaakt. De andere dag varen we weer rustig verder. 

Epernay 12 – 14 augustus

De Rivier de Marne is een betrekkelijk korte, maar erg mooie rivier. De bron van de Marne ligt op de hoogvlakte van Langres maar pas bij Epernay wordt de rivier bevaarbaar en 178 kilometer westwaarts, vlak bij Parijs, mondt de Marne uit in de Seine. De rivier slingert door de prachtige Marnevallei, met de uitgestrekte champagne wijngaarden. De rivier wordt omzoomd door dichte en weelderige begroeiing die associaties oproept met een tropische rivier. Het nadeel is wel dat de omgewaaide bomen letterlijk en figuurlijk in het water hangen, of wel drijven. En dat je soms echt wel moet oppassen voor deze grote jongens. Maar het verveelt geen  moment, achter iedere bocht weer een ander plaatje met een nieuwe verrassing. Af en toe een mooi doorkijkje, zie ook op de foto's. Wat overvliegende reigers, en de soms slecht aangegeven borden met aanwijzingen vaak verscholen achter de dicht begroeide bomen en het groen. En bij eilandjes is het wel belangrijk dat je de juiste vaarroute volgt. Gelukkig hebben we onze Raymarine plotter, die ons keurig de vaarroute aangeeft. De Marne behoort werkelijk tot de mooiste rivieren van Frankrijk. Het is door de relatief weinig sluizen, de prachtige afwisselende omgeving en in de zomer de geringe stroom een zeer aangenaam vaarwater.

Om in Epernay te komen, moet de Marne, bij de splitsing met Canal latéral à la Marne, nog 5 kilometer stroomopwaarts gevaren worden.

Hierna is de rivier niet meer bevaarbaar, we zijn tot aan de brug gevaren en toen weer terug en aangemeerd in de jachthaven. De ontvangst in de Jachthaven van Epernay, is heel vriendelijk. Er ligt maar één grote boot, een stel Engelsen uiteraard, de Engelsen, varen heel veel rond met grote omgebouwde spitsen of wel vrachtboten. De vrouw van deze boot was aan het schilderen op de kade, zij laat overal haar voetstap achter. De havenmeester komt ons welkom heten en nodigt ons uit om om zeven uur een aperitief te komen drinken. Dit blijkt gebruikelijk te zijn in deze haven. We gaan gezellig om zeven uur naar het havenkantoor, de Engelsen waren ook uitgenodigd, dus dubbel feest. Even gezellig zitten kletsen over van alles en nog wat, waar of we naartoe gaan enz. De Engelsen wilden ook graag naar Straatsburg, maar net als wij kunnen zij daar ook niet naartoe. Het borreltje is op, we gaan allemaal weer naar de boot. Wij krijgen nog een vrijkaart voor een bezoek aan het “Cave”. Dit staat de andere dag op de planning.

Champagne De Castellane!

Een uniek erfgoed uit 1895, sinds de oprichting in 1895 heeft het Maison de Castellane een lange traditie van mecenaat in stand gehouden en een opmerkelijke collectie affiches verrijkt.  

Een erfgoed dat sinds 1895 bewaard is gebleven. Geïnstalleerd in Epernay in een indrukwekkend gebouw dat is opgenomen in de inventaris van historische monumenten, maakt de grootte het mogelijk om alle technische installaties op een lijn te huisvesten. Van zijn 6 kilometer aan galerijen die in krijt zijn gegraven tot zijn hoge toren van 66 meter hoog, bied het huis zijn bezoekers een omgeving vol geschiedenis en een adembenemend panorama op de omliggende wijngaarden. Helaas die dag kunnen we de 200 traptreden naar het hoogste punt niet betreden vanwege de enorme hitte. Een prachtige rondgang in de kelders en het museum is een plaatje, en zeker een bezoek waard geweest.

Champagne heeft altijd een sterke verbondenheid gevoeld met de wereld van de kunst. Een cultureel feit, een internationaal symbool van gezelligheid, feest en gedeeld plezier, champagne is altijd nauw verbonden geweest met. Een geweldige champagne is ook op zich al een kunstwerk. Na afloop van de rondleiding uiteraard een proeverij.

Conde Sur Marne 8 augustus.

Het is vandaag weer enorm heet 36 graden als we aankomen in  Condé Sur Marne. Na 11 sluizen en een tunnel van 2,5 kilometer wordt het wel eens wat. De oudjes moeten flink buffelen in de hitte. In de tunnel geen pretje, twee en een halve km in dat benauwde ding varen. Ik sta buiten en Klaas vaart, ik hou alles in de gaten, en geef aanwijzingen. Gelukkig is deze tunnel wel verlicht en netjes onderhouden. Eenmaal bij de 11ste sluis aangekomen is na deze sluis een kleine haven, met precies nog één plekje voor de boot. Ook deze haven is vol gepropt met allemaal oude bootjes, of wel van Engelsen of Fransen. We maken alles weer snel hotproef, met alles af te dekken. Het grote witte zeil over de voorpunt van de boot, gelukkig is er nog wel net een beetje wind. Maar heet is en blijft het. We proberen door zoveel mogelijk alles af te dekken nog een stukje schaduw in de boot te krijgen. Ook hier liggen we weer in de brandende zon, geen stukje schaduw van een boom. Maar gelukkig doet de airco wel zijn werk. We proberen het wel redelijk te houden niet dat je tegen een muur aan loopt van kou. We blijven voorlopig even twee dagen liggen, misschien nog wel een dagje bij plakken. Om te varen en sluiswerk te doen is ook geen pretje met deze hitte. De sluizen zijn 5,05 m breed, bij 38,5 m lang. Onze boot is 4,50 breed, nou dan begrijpt jullie wel dat is weinig over aan beide kanten. En de sluizen zijn niet van dienaard, dat ze netjes afgewerkt zijn, dat je daar vlekkeloos door heen kunt varen. Hier en daar heb je te maken met grote scherpe stenen die of wel bij de ingang of wel bij de uitgang uit steken. Dus het is echt passen en meten geblazen. En dan is het de kunst om keurig netjes in en uit de sluis te komen. Onze kartbandjes doen gelukkig goed hun best bij het zwemplateau, die blijven keurig hangen.

Het Canal De L'oise A L Áisne is een klein kanaal dat de Oise bij Abbécourt verbindt met de Aisne bij Bourg-et-Comin. Dit kanaal slingert door een zeer bosrijke omgeving met hier en daar een doorkijkje naar de weidse korenvelden. Vanaf Abbecourt gaat het omhoog tot aan de tunnel, het sousterrain de Braye. Door middel van lichten wordt aangegeven of je door de tunnel mag varen. Het licht is groen, dus we mogen doorvaren, gelukkig is de tunnel wel goed verlicht maar je moet toch wel met de schijnwerper bij lichten om eventueel drijfhout te signaleren. We zijn weer keurig netjes door de tunnel heen gevaren. Op naar het volgende traject, plaats en omgeving.

Reims 6 augustus

We wilden graag de stad Reims bezoeken, maar door de enorme hitte was het niet te doen. We waren wel gewaarschuwd, ga niet in de haven van Reims liggen want je wordt gek van de herrie. Maar je moet daar toch wel even zijn geweest, en aangezien het zo heet was, en de nodige sluizen achter ons hadden gelaten, meren we toch aan in de haven. Plek genoeg maar niet waar het rustig is. Daar liggen natuurlijke alle grote omgebouwde woonboten, met nog extra boten eraan, helemaal vol dus. Aan de andere kant van de haven kun je niet liggen, helemaal vol gegroeid met beplanting. Kom je dus niet door heen, en daar wil je ook niet liggen. Dus vlak naast de grote brug dan maar, aan de kade, want de vingersteigers liggen ook vol met beplanting in het water. Ze doen er echt letterlijk helemaal niets aan. Er zijn geen passanten, twee boten met vaste ligplaatshouders en we zijn de enige passant, later komt de Duitse zeilboot met de twee jongens ook aanmeren. Zij zijn onderweg naar het zuiden, maar of ze daar komen, wij denken van niet. En uiteraard enorme herrie van de auto's, en van alles en nog wat. De avond begint te vallen, we maken nog een wandeling naar de kathedraal, de Notre – Dame. Het is nog zo ontzettend warm en benauwd, dat we niet verder meer de stad in gaan. De Notre-Dame van Reims is een van de grootste gotische bouwwerken. Dit meesterwerk uit de 13de eeuw, het decor voor 25 koninklijke kroningen, is uniek door zijn eenheid van stijl, zijn indrukwekkende beeldhouwwerken en zijn gebrandschilderde ramen (met prachtige hedendaagse werken van Chagall en van Knoebel).

Regionaal natuurpark van de Montagne de Reims. Van het Maison du Parc tot de panoramische sites van de Montagne de Reims, van de romaanse kerken van de vallei van de Ardre tot het bos van Verzy, via de ontdekkingsroute van Maitily-Champagne of die van de wijnbergenhuizen, via de wandel- en of fietsroutes kun je dit allemaal bekijken. Het regionaal natuurpark blinkt uit in de kunst van verscheidenheid. Allemaal prachtige tochten, maar helaas nu niet voor ons, de stad Reims met zijn bijzonderheden moeten we helaas aan ons voorbij laten gaan. Dit door de extreme hitte. En natuurlijk willen jullie weten hoe of het was met het lawaai, vreselijk dit nooit meer.

Soissons 1 augustus

2000 jaar geschiedenis, er zijn maar weinig Franse steden die kunnen uitkijken op hun geschiedenis van meer dan 2000 jaar!

De legende van de Soissons-bonen. (Rue De La Buerie)

De vruchtbare gronden van Soissonnais produceren al heel lang kwaliteitsgroenten. Het is meer dan twee eeuwen geleden dat ze het bestaan van een beroemde boon rond de stad Soissons vermelden. De authentieke smaak wordt nog steeds gewaardeerd. Rue de la Buerie, voorheen rue des Febves (bonen) dat is de oorsprong van de legende.

Tijdens de Honderdjarige Oorlog werd de regio geteisterd door een verschrikkelijke pestepidemie. De overlevenden vluchten en namen hun gewassen mee. Maar tijdens de vlucht verloren velen hun zaden van de erwten en bonen. Wat vinden ze als ze terug keren? U raad het al een veld bedekt met bonen! Dankzij de vochtigheid van de oevers van het Canal de la Crise was de oogst uitzonderlijk en kon de hele bevolking gemakkelijk worden gevoed. Daarom is dit de beroemde boon geworden.  

Soissons is een Franse gemeente, gelegen in de Aisne en het gewest Picardie. Soissons, voormalige hoofdstad van Frankrijk, heeft een rijk religieus erfgoed uit de middeleeuwen weten te behouden. Enkele voorbeelden die absoluut de moeite waard zijn:De prachtige gotische kathedraal van Soissons (Saint-Gervais-et-Saint-Protais), uit de 12de en 13de eeuw, met zijn kruisstukken noordelijk en zuidelijk van het transept, de kooromgang met vijf ryonnante kapellen, het ijzer gesneden koorhek, en het schilderij”De aanbidding van de Herders” De aanbidding van de Herders van de hand van de kunstenaar Rubens. 

Wij hebben langs de kade gelegen, er is alleen een aanmeer plek met voorzieningen zoals water en stroom. En een prachtig uitzicht op hotel de ville, of wel het gemeentehuis. En op een luxe boulevard, met hier en daar een paar luxe bankjes met uitzicht op het water.  Wat ons opvalt in Frankrijk, dat alle gemeentehuizen standaard in oude monumentale panden zit. Dit om het behoud van de panden in stand te houden. In Nederland moet er enorm veel geld uit worden gegeven om mega grote gemeentehuizen te bouwen, terwijl we nog zoveel erfgoed hebben, waar de gemeente zijn intrek kan doen. 

Compiegne – Attichy 30 – 1 augustus 

We vertrekken rond 9 uur vanuit de stad Compiegne naar de Aisne. Bij de eerste sluis aangekomen ligt er al een boot in de sluis, het licht staat op rood, ik roep netjes de sluiswachter op, en het licht gaat op groen. We mogen keurig achter een Belgische boot liggen in de sluis. Eenmaal in de sluis, krijgen we onze eerste zend kastje weer. Daarmee kunnen we zelf de sluizen mee bedienen op afstand. De man brabbelt alles netjes in het Frans aan mij, en ja ik begrijp het volkomen …... We varen samen een stukje op met de Belgische boot, dat werkt wel makkelijk. Hij mag voorin de sluis liggen en aan de stang trekken, en wij hoeven niets te doen. Aan de stang trekken dat moet je als je in de sluis ligt. Die stang moet je omhoog schuiven of soms naar beneden trekken. Wij stoppen halverwege bij een op de kaart aangegeven aanmeer plek. Nou dat was ooit een aanmeer plek. Nu is er nog een restant betonplaat over, en het bord met port plaisance. We meren evengoed aan, de middenlijn keurig netjes door een oog van de betonplaat, en dan natuurlijk onze trukendoos, de spudpaal. Zodat de boot niet tegen de betonplaat aan gaat komen, als er een vrachtboot voorbij komt varen. En de achterlijnen aan het paaltje van het bord, die staat stevig genoeg. Ze melden ook keurig netjes dat er water en elektra aanwezig is. Nou elektra hebben we niet gevonden, hebben we ook niet nodig. Water hebben we gevonden, een oude waterpomp, maar die is reeds lang niet in gebruik geweest, en die functioneert echt niet meer.

We besluiten om hier een paar dagen te blijven liggen, want we weten niet hoe of het verderop is. Weinig aanmeer plekken en weinig voorzieningen. En dit is toch wel een hele mooie rustige plek. Voor Chappy een prachtige plek om lekker in het water, en op het gras te ravotten. Het dorp op zich is niet echt veel. We hebben wel een bakker gevonden maar verder niet zoveel te beleven. Maar het is erg warm dus we bedenken ons wel twee keer, om de hitte op te zoeken. Af en toe komen er mensen gezellig picknicken op het gras. En af en toe een vissertje, en dat is het. De lantaarnpalen op het grasveld houden het ook wel voor gezien, dus lekker donker. Dit was dan onze aanmeer plek Attichy. Ik bel even met de sluiswachter, om te vragen of de sluis echt op 31 juli is open gegaan, zodat we 1 augustus kunnen varen. En ja is het antwoordt, dus we gaan de andere dag weer vertrekken om richting Soisson te gaan.

Pont Lévic –  Compiegne 28 – 30 juli

We varen inmiddels alweer een aardig stukje verder het kanaal op richting Compiegne. In Compiegne gaan we eerst nog even tanken voordat we aan de kade gaan liggen. De haven in deze plaats is niet geschikt voor grote boten, en daar wil je ook echt niet liggen. We hebben daar gelegen met onze Circe, tussen echt allemaal schroot. Dus dan gezellig aan de kade muur. Bij het tankstation is ook nog een watersportwinkel, we doen daar nog even wat inkopen, en vertrekken dan naar de overkant. Eenmaal aangekomen aan de overkant, daar zijn er natuurlijk weer geen bolders, dus dan de lijnen om de balken vast maken tussen de stenen pilaren. Tevens binden we een groot stuk zeil aan de zijkant van de boot voor bescherming van de stootwielen. Denken jullie waarom is dat nu weer??, nou heel eenvoudig die muren zijn echt geen gladde muren, een en al ruwe stenen, met soms hier en daar scherpe punten. En het zeil beschermt dan keurig netjes de Fenders. Er vaart namelijk veel vracht verkeer, en ja dan liggen we wel eens te schommelen, en te schuren langs de kade. En we willen graag onze spullen heel en schade vrij houden.    Compiegne is een stad in Frankrijk, gelegen op 80 kilometer ten noordoosten van Parijs, op het punt waar de rivieren de Aisne en de Oise bij elkaar komen. Het is bekend door een kasteel, en door het uitgestrekte bos “Foret de Compiegne”. We verblijven hier twee dagen en dan gaan we weer verder richting de Aisne.

Saint Crist (NOYON) 23 – 28 juli

Het is inmiddels 3 augustus dat ik dit schrijf. Alweer even geleden met mijn verhalen. Het regent nu een klein beetje na de enorme hittegolf is dat wel even lekker. Op de kaart bij Saint Crist moet een haven zijn, daar hebben we ook gelegen met de Circe. Eenmaal aangekomen bij de haven is het erg vol. We besluiten er niet in te varen maar te gaan aanmeren aan de overkant bij de kade. Daar liggen allemaal oude vrachtboten, die bewoond zijn. En het is vlak voor de sluis, een deel van de sluis is niet in gebruik, dus we liggen er rustig. Lekker plekje voor Chappy die kan heerlijk vrij rond rennen op het gras. Maar de kade is niet berekent op kleine boten, dus de bolders staan heel ver uit elkaar. Een bolder waar we een lijnen aan vast kunnen maken en een achterlijn aan de pen in de grond. Maar ja dat valt niet mee, natuurlijk allemaal steen en nog eens steen verstopt onder het gras. Maar het is Klaas toch gelukt er een pen in te draaien. We blijven aan deze kade een aantal dagen heerlijk liggen. Dit is ook vanwege dat er een sluis in reparatie is waar we doorheen moeten varen. Deze sluis komen we tegen op de Aisne. Het dorp Saint Crist is een voorplaats van NOYON de grote stad. We lopen even het dorp in en zien daar een heerlijk eettentje aan het water, die op de website goed wordt aangeschreven. We besluiten om daar avonds lekker wat te gaan eten. Op de kaart zag ik al een heerlijke pizza staan, mijn favoriet pizza Caldzone. Deze blijkt op de ouderwets echte Italiaanse manier klaar gemaakt te worden. Dus daar gaan we voor. Het uitzicht is prachtig aan het water, alleen jammer dat er nu weer aan de overkant van het water twee oude roestbakken liggen. Dat ontsiert weer de hele boel. Maar het bier en het eten was heerlijk. Daarna nog even een wandeling door het dorp gemaakt om al het eten er weer even af te lopen. Andere dag gaan we op de fiets richting NOYON. NOYON is een gemeente in het Franse departement Oise regio Hauts de France Compiegne.

De stad beschikt over een gotische kathedraal, die op de kathedraal van Sens (1135) na de oudste gotische kathedraal van Frankrijk is. Met de bouw werd begonnen in 1145 nadat in 1131 de romaanse kathedraal was afgebrand. Ze wordt voltooid in 1235. De kerk vertoont de sobere robuustheid van de romaanse bouwkunst. Het voorplein van de kathedraal is afgezoomd door een muur die de vorm van een halve cirkel heeft en die getooid is met stenen kanunnikenhoeden.  Dan hebben we ook nog het museum van Jean Calvin, dat in 1927 werd gebouwd op de plaats waar Calvin in 1509 geboren werd. Manuscripten, gravures en portretten weerspiegelen er de geschiedenis van het protestantisme in de 16de eeuw en zijn gecentreerd rond de figuur van Calvin. Het stadhuis heeft een renaissance voorgevel die echter veelvuldig herwerkt werd. Er is zoveel te zien in deze stad, dat je er nog wel een paar dagen kunt vertoeven. Door de enorme warmte gaan we weer terug naar de boot. Na een aantal dagen doen we nog even wat boodschappen met de fiets, en dan is deze plaats ook weer een stukje verleden.

Peronne – Saint Crist 22 juli

We vertrekken vanuit Peronne richting Saint Crist. De eerste sluis staat op groen, we roepen op, en de sluiswachter brabbelt wat, echt niet te verstaan. We varen naar binnen, en wachten, wachten, wachten. Ik roep nogmaals op, en ja uiteindelijk gaan de deuren dicht en mogen we omhoog. Het gaat heel rustig in deze sluis het water komt van onder af, dus dat gaat prima. We varen de sluis uit en we komen op de bewuste plek, en ja wie ligt daar Hannes. En zo zie je maar weer, je komt elkaar toch weer tegen. Hannes was druk bezig met zijn boot aan het poetsen. Door al dat sluis gebeuren, komt je boot er niet uit te zien. Dit is inderdaad, met recht een prachtige plek, en een stukje natuurschoon. Er staat een camper, maar later komen er steeds meer. We drinken gezellig koffie met elkaar, en Hannes moet weer verder aan de klus, heeft rommel in zijn boegschroef, en de schroef. Voor de lunch is het een schone taak om de bood schoon te maken. Alles weer even spik en span maken. Na de lunch gaan de mannen op zoek naar de bakker. Nou de bakker dus niet gevonden, helaas geen stokbrood. Het is warm en zonnig weer, dus tijd voor een heerlijk biertje. 

Marquion – Peronne 21 juli

We vertrekken om 8.10 uur. Het is een klein stukje naar de eerste sluis. En dan gaan we de lange tocht beginnen. De eerste sluizen gaan allemaal voortvarend. De sluizen hebben een afmeting van: 91,00 x 5.70 m en de twee tunnels 4354 m en 1040 m. We komen aan bij de tunnel, we roepen hem netjes op voor de doorvaart, het licht gaat op groen dus we mogen de tunnel in. Het is een donker gat waar je invaart en dan eenmaal in de tunnel is het alle zeilen bij zetten. Dit keer vaart Klaas in de tunnel, en geef ik de aanwijzingen. Het duurt wel lang, je mag maar 3 km/uur in de tunnel dus voordat je daar dan weer uit bent, is het een lang donker stuk. Er is gelukkig wel nog wat verlichting maar daar houdt ook alles mee op. Een dikke betonwand met een balkje hout er tegen aan. De stootwielen keurig op hoogte en de kartbandjes naar buiten gehangen. Die werken wel goed bij het zwemplateau. We gaan er rustig doorheen, eenmaal in het verbrede stuk is wel meer verlichting, en dan weer naar een smal stuk is weer minder verlichting. Maar eenmaal buiten de tunnel, geven we elkaar een dikke zoen en een High five. Hebben we toch maar weer geklaard samen. ( En zonder schade ) Dan de laatste 5 sluizen nog naar beneden en dan is onze dag in Peronne het einde. Er zou daar een passantenhaven zijn, nou die is er wel maar daar kunnen we niet liggen, liggen allemaal bootbewoners. En een hoop oude meuk. De enige oplossing is dan aan de kade muur van de beroepsvaart. Er liggen nog twee Nederlandse boten. We liggen wel tegen over een betonfabriek, dus niet erg aantrekkelijk. Maar we waren beide moe, en wilde nu wel stoppen want we weten niet wat er verder nog te wachten staat. We spreken de Nederlanders en die melden ons, dat als we door de sluis gaan en 7 km verderop een prachtige plek is om aan te meren met een prachtig uitzicht over de Somme. Dit gaan we de andere dag doen, Klaas had al een biertje op, en beide hadden we geen zin meer. Het was gelukkig een rustig nachtje en lekker stil. Beide na zo'n lange dag heerlijk geslapen.    

Marquion 21 juli

We besluiten om in Marquin aan de passanten steiger te gaan liggen, om de andere dag de tocht met de sluizen en de tunnel te maken. Hannes die we op varen bij sluis 1 van het kanaal, besluit om verder door te gaan. Wij waren alweer een stukje onderweg, en kwamen ook van een andere richting als Hannes. De andere dag zou het behoorlijk pittig worden, met zes sluizen omhoog voor de tunnel en vijf sluizen naar beneden na de tunnel. We liggen aan de passanten steiger, die niet groot is, max. twee kleine boten of een grote. Aan dezelfde steiger is een roeisteiger, laag en licht met twee kleine aanmeer ogen. We zitten aan de koffie en ineens horen we een grote oude omgebouwde spits langzaam naast onze boot varen. We kijken beide buiten om te zien wat hij wil. En waarom zo kort langs de boot. De eigenaar schreeuwt naar ons, wat we echt niet verstaan, dan ziet hij blijkbaar de Nederlandse vlag, en probeert ons duidelijk te maken dat we naar voren moeten gaan. Waarom???? Nou heel eenvoudig hij wilde ook aanmeren aan de steiger. Voor ons onbegrijpelijk, wij melden dat het niet kan. Dan gaat deze man helemaal door het lint, kort lontje denk, twee vingers omhoog enz. Wij vertellen keurig netjes dat hij aan de kade van de beroepsvaart moet gaan liggen daar is plek zat. Als je een omgebouwde spits vaart moet je niet gaan liggen aan een steiger die daar niet geschikt voor is. Een steiger die met twee armen in de kade muur vast zit. En hele lichte armen. Ze varen gelukkig iets verder naar de kade van de beroepsvaart en daar blijven ze liggen en daar horen ze ook thuis. We zijn later nog even het dorp in geweest, een heel druk klein dorpje met een straat met voorbij razende auto's en zwaar transport kort langs het voetpad. Niet echt plezierig, dus weer snel terug naar de boot. Aan de overkant een drukte vanjewelste, met af en aanvoer van boeren met hun graan transport. Gelukkig is de nacht een rustige nacht.

Even een klein stukje tekst over ons Vaargebied Canal Du Nord

Het Canal du Nord is een redelijk jong kanaal. De plannen voor dit kanaal werden weliswaar al in 1876 gemaakt, maar de opening van deze snelle verbinding van Noordwest – Frankrijk naar Parijs was pas in 1965. Het Canal du Nord moest het Canal de Saint Quentin vervangen, dat met een grote aantal kleine sluizen en een sleeptunnel voor veel oponthoud zorgde. In 1907 werd met de werkzaamheden voor het Canal du Nord begonnen. Twee wereldoorlogen vertraagden de uitvoering. In de eerste werd het kanaal, dat al voor twee derde klaar was, geheel verwoest en pas na de Tweede Wereldoorlog werd de bouw hervat. Door deze enorme vertraging was dit nieuwe kanaal wat afmetingen betreft direct al weer verouderd. Het kanaal is 95 kilometer lang en telt maar negentien sluizen wat voor Frankrijk niet veel is. De sluizen zijn wel lang en smal omdat er twee spitsen in kunnen. Het verval per sluis bedraagt ongeveer 6 meter. Na zeven sluizen en 25 kilometer komt de tunnel van Ruyaulcourt. Deze tunnel is 4354 meter lang en heeft halverwege een verbreding waar twee schepen elkaar kunnen passeren. De doorvaart wordt met lichten geregeld, en het is ook nog mogelijk dat je op de passeer plaats moeten wachten op een tegenligger. De tunnel is een beetje verlicht, maar de navigatieverlichting moet altijd aan en een schijnwerper vergemakkelijkt de doorvaart.

Bijzonderheden in dit kanaal is dat er twee heuvelruggen inzitten, en twee tunnels met daar tussenin het dal van de Somme. Het kanaal op zich is niet echt een mooi kanaal met schuine stenen muren. De omgeving is wel groen, maar biedt weinig afwisseling. Het dal van de Somme vormt hierop een uitzondering, waar de rivier de Somme langs het kanaal stroomt, is de omgeving aantrekkelijk en zijn de oevers bebost. In het laatste plaatsje van Canal du Nord, Noyon, is Johannes Calvijn geboren en zijn geboortehuis is nu als museum ingericht. Calvijn was een belangrijke Frans – Zwitserse christelijke theoloog. Ook werd Karel de Grote hier in 1768 tot koning van Normandië gekroond.

Valenciennes 17 juli

De haven van Valenciennes kennen we nog van de tocht met de Greenline. Een mooie haven en een enorme grote stad. Eenmaal bij aankomst hebben we een mooie plek langs de steiger. De Duitsers met hun Bavaria zeilboot zonder mast liggen er ook, deze mensen zijn we onderweg ook al een aantal keren tegen gekomen. En Hannes daar zijn we een aantal sluizen mee samen gevaren. En die gaat voor ons liggen. Zo zie je maar weer, je komt elkaar toch wel weer ergens tegen. Het was een vermoeiende dag, dus we waren een beetje moe. We besluiten om een nachtje langer te blijven liggen. De andere dag even lopen naar de Lidl, de dichtstbijzijnde supermarkt op anderhalve km. De Duitser en Hannes vertrekken de andere ochtend alweer voor hun tocht richting het zuiden. We lopen achter in de middag bij aankomst nog even naar de stad, maar het is erg warm, dus een korte wandeling. We maken een praatje met de anderen, de Duitsers gaan naar het zuiden van Frankrijk, en Hannes vaart een beetje rond in zijn eentje met Joep de Beagle. Zijn vrouw moet nog werken, gezellig alleen op stap. We wisselen nog routes uit, wie wat waarheen gaat. En dan gaan we allemaal naar onze bedjes. En de andere dag ieder weer zijn eigen route.

Mons (Bergen) 13 juli 

Aangekomen in Mons (Bergen) kunnen we liggen aan de kade voor het restaurant. De kades zijn erg laag, dus alle stootwielen naar beneden in het water. Onze kartband achter bij het zwemplateau fungeert super voor dit soort lage kades. We worden netjes ontvangen door twee vrouwelijke havenmeeseters. De een spreekt goed Nederlands de ander geen woord. Eenmaal aangemeerd en de zon volop op ons bolletje, gaan we even een kleine wandeling maken rond het haven gebeuren. Het terras is goed bezet. Naast de haven is een kartbaan met elektrische motoren, een enorm zwembad en gezellige zit plekken waar de mensen  gretig gebruik van maken. De avond is gevallen naast onze boot is een lantaarn met vier enorme lampen, dus de nacht is bij ons ook de dag.

De volgende morgen gaan we na de koffie op de fiets richting Mons (Bergen). Chappy staat al te trappelen om achterop de fiets in haar mandje mee te mogen naar de grote stad. We komen aan in de stad, en ja het zal België niet zijn als de straten niet vol liggen met kinderhoofdjes. Jammer van deze mooie stad, er hadden geen kinderhoofdjes moeten liggen. Overal kinderhoofdjes, zowel op de rijweg als op het voetpad. Deze stad is voor mensen met rollators en rolstoelen niet erg klantvriendelijk. De stad ligt ook nog eens boven op een berg, dus eerst alles naar boven en dan weer gezellig naar beneden. Fietsen lukt echt niet, dat is echt een ramp. Dus dan maar gezellig alles lopen. Die dag krijgen we ook nog een beetje regen, dus dan begrijpt u het al, als je niet uitkijkt lig je op je gat. Alles weer rustig naar benden gelopen, Chappy keurig aan de riem naast de fiets. Tevens een goede training om te leren lopen naast de fiets. Ze is nu nog te klein om zelf naast de fiets te lopen, dus deze oefening is weer meegenomen. In deze stad kun je een drietal looproutes doen: Bezoek aan het Historisch centrum, Erfgoedparcours Mons 2015 en de winkelstraten. Wij hebben geprobeerd van elk iets te doen. Gezien de weersvoorspelling niet erg rooskleurig, na de lunch weer terug naar de boot. Paar kleine buitjes mogen ontvangen, eenmaal bij de boot komt het met bakken naar benden. Morgen gaan we weer een stukje verder varen.

Tijdens het varen 7 – 13 juli

Vandaag ga ik mij even bezighouden met een klein verhaaltje over tijdens het varen. We varen langzaam weer westwaarts. Naar de andere kant van België om ons doel Frankrijk Macon te bereiken. De andere kanalen en sluizen via La Meusse zijn afgesloten vanwege te weinig water, dus dan gaan we over naar plan B. We varen op het kanaal Du Sambre, en ja nog steeds in België. De vaarweg van Jeumont naar Fergniers bestaat uit twee delen: de rivier de Sambre, deze ontspringt even ten westen van Landrecies en mondt in de Belgische Maas uit bij Namen en het Canal de la Sambre a lÓise. We gaan bij Namen de Sambre op richting Mons (Bergen). Onderweg doen we nog een aanmeer plek, en nog een kleine haven. Nadat we vertrekken uit de kleine haven van Senef krijgen we nog vier sluizen waarvan een de grootste scheepslift te wereld betreft. Dit is meteen de eerste sluis na de haven. Eenmaal aangekomen moeten we nog een half uur wachten op een vrachtboot. We gaan samen met nog een andere motorboot en de vrachtboot in de waterbak. Zo zie ik het maar, een enorme waterbak waar je invaart en vastlegt. Daarna ga je maar rustig zitten wachten tot je beneden gaat of naar boven, wij moesten naar beneden. Het is en blijft een spectaculair gebeuren.

De scheepsliften op het Canal du Centrum Historic zijn vier hydraulische scheepsliften nabij de Belgisch stad La Louvière, ontworpen door Edwin Clark. Ze werden gebouwd tussen 1888 en 1917  en overbruggen samen een verval van zo'n 68 meter. Een lift overbrugt 15,4 meter en de andere drie elk 16,93 meter. Ligging van de 4 liften. De scheepsliften liggen op de oude waterweg tussen de Maas en de Schelde, het zogenaamde Centrumkanaal in de provincie Henegouwen. De scheepsliften zijn dubbel uitgevoerd en zijn hydraulisch met elkaar verbonden, waarbij het gewicht van de ene bak het gewicht van de andere compenseert. Inmiddels zijn de 4 liften toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Scheepslift nr. 1 te Houdeng-Goegnies werd begin 2002 zwaar beschadigd toen een opgehaalde sluisdeur voortijdig neerviel op een binnenschip dat de liftbak verliet. De lift werd, na een herstelling die lang op zich liet wachten, pas in mei 2011 opnieuw geopend voor de scheepvaart.

De scheepslift van Strépy-Thieu werd in 2002 voor de scheepvaart geopend maar hij is vandaag al een integraal onderdeel van het erfstuk dankzij zijn moderne uiterlijk dat de toekomstige generaties zal blijven boeien. Met een hoogte van 117 m en een hoogteverschil van 73.15 m zal hij zeker nog lang de grootste scheepslift ter wereld blijven! De technologie die hier gebruikt werd getuigt ook van de know-how van de Belgische burgerlijke bouwkunde. Die enorme investering in een waterweg zal op den duur de weerspiegeling worden van een zachtere en meer milieuvriendelijke goederenvervoer.

Dinant – Sluis Givet 06 – 07 juli

Vertrek vanuit Dinant richting de sluis van Givet. We krijgen op deze trip vier sluizen omhoog. Het is een mooie tocht prachtig door de Ardennen. Eenmaal in Givet aangekomen, melden we ons voor de sluis. We mogen de sluis invaren de deuren gaan dicht, de sluiswachter pakt de lijnen aan omdat je niet boven bij de bolders kunt komen. Nou dat is toch wel een stukje service. Hoezo, met de Franse slag?? Eenmaal bovenin de sluis, praat de sluiswachter honderd en een uit, waar ik totaal niets van begrijp. Op een paar dingen na, dat we moeten komen met de boot papieren om een vignet te kopen. Ik vraag keurig netjes waarom moeten wij nu al een vignet kopen. Dat doen we als we eenmaal in Givet zijn. Helaas dat moet dus bij de sluiswachter. Oké we nemen de papieren mee naar het kantoor. Eenmaal in het kantoor is er een sluiswachter die een beetje Engels spreekt. Ik kan best me wel een beetje verstaanbaar maken in het Frans, maar met de oude man was echt niet te communiceren. De jonge man melden ons dat wij een vignet moeten kopen om in Givet te mogen liggen. Dan vraagt hij waar of we naartoe wilden gaan. We vertellen naar Macon, sorry voor u maar daar kunt u niet komen. De waterstand is op sommige plekken te laag, en de sluizen gesloten. Dus om in Givet te mogen liggen kunt u een dag vignet kopen voor 68,00 euro per dag. Pardon en dan ook nog het havengeld, ja mevrouw ook dat nog. Hij geeft ons een kaart, met daarop de vaarwegen die gesloten zijn. Hij vraagt nog een keer hoelang of we willen blijven, waarop we beiden zeiden, we gaan dan niet naar Givet. Dus u wilt niet verder varen, nee dit gaan wij niet betalen. Nou dan mag u de sluis uitvaren en buiten de sluis een rondje maken en dan komt u weer de sluis in om terug te gaan. Zo gezegd zo gedaan. En zo lopen we weer met onze papieren het kantoor uit naar de boot. We varen keurig uit de sluis, maken een rondje en komen weer terug in de sluis om naar benden te gaan. Voor de sluis aan de andere kant in De Heer, hadden we een mooie aanmeer plek gezien. Daar zijn we gestopt en hebben we de lunch gedaan. Later komen ook de Nederlanders waar we al eerder mee in de sluis hebben gelegen aanvaren. We melden, als ze door varen dat ze dan 68,00 euro moeten betalen. Hij keert om en meert ook aan. Eenmaal aangemeerd vertel ik het hele verhaal, hij begrijpt er niets van. Maar na terug kijken, blijkt dat hij vorig jaar eerder een vignet via internet gekocht had. Ze wilden een paar dagen in Givet blijven liggen en dan weer terug varen naar Nederland, via Brussel. Hij ging Frankrijk dit jaar niet in. Hij besluit om gezellig te blijven liggen. We worden uitgenodigd voor een kopje koffie, en dat gaan we doen. Jan en Jannie wonen al tien jaar op hun boot, de boot is een Hemmes casco uit Friesland. Hij heeft er drie jaar over gedaan om de boot helemaal naar zijn wens in te timmeren en af te maken. De boot ziet er prachtig uit. Maar niet ons ding. Te veel trappen op en af, gangboorden erg smal. Maar zij zijn er erg gelukkig mee en dat is het belangrijkste. Na de koffie en de borrel gaan we weer terug naar de boot, voor onze warme maaltijd. We besluiten de andere dag weer terug te gaan naar Dinant. Zij blijven nog een dag langer liggen. Wij moesten wel terug om water te tanken in Dinant, wat we eigenlijk in Givet wilden doen. We melden dat we water gaan tanken in Dinant, waarop hij zij, ik geef je een slang mee en die koppel je aan de water kraan. Want die muntjes die je moet kopen krijg je amper water voor. Hij verteld precies hoe of we het moesten doen en bij welk apparaat. De andere kasten hebben allemaal kranen waar een stop op zit, zodra er een munt in gedaan wordt krijg je water. Nou voor ons wel heel apart, maar we gaan het beleven. De avond valt en we gaan ons bedje opzoeken. De andere dag haal ik nog even bij de bakker, twee croissantjes en een stokbroodje. En dan groeten we Jan en Jannie. Op naar Dinant. 

Namen – Dinant 4 – 6 juli

Dinant daar hebben we twee jaar terug gelegen met de Green line. Dinant heeft ook een Citadel, daar zijn we twee jaar geleden in geweest. Heel erg mooi en imposant. Dit jaar slaan we het over vanwege de drukte, de drukte gaan we echt niet opzoeken als het niet echt nodig is. In België mag alles in het kader van de Corona, of men houdt zich gewoon niet aan de richtlijnen. We begrijpen er niets van. De toeristen boten zitten soms gewoon vol. Hoe bedoel je anderhalve meter afstand houden. We maken een wandeling over de boulevard en door de stad en dan is het genoeg. We scoren nog een doosje Leonidas bonbons bij de Leonidas winkel, en dan weer gezellig naar de boot. We hebben van de havenmeester die ons havengeld kwam ophalen twee Leffe blond gekregen als promotie voor de Leffe brouwerij, die daar vandaar staat. In Dinant kun je ook nog naar de Leffe abdij lopen. Dinant is ook de stad van Adolf Sax, de Man die de Saxofoon bedacht heeft. Daarom zie je overal in de stad saxofoons staan. Ik heb een foto gemaakt van de glas saxofoon, daar zit een verhaal aan vast, Dit verhaal staat beschreven op een van de foto's. Zeker de moeite waard om dit even te gaan lezen. Het is een prachtig stukje kunstwerk. Dan ook in Dinant, heel veel winkels leeg, in de verhuur, of rijp voor de sloop. Heel erg jammer dat ook hier de winkels verdwijnen. De andere dag houden we een rust dag, althans rustdag. De wasmachine doet weer keurig zijn werk, ook dat moet gebeuren. Gelukkig hebben we die nu aan boord, en hoef ik niet meer de straat op om een wasserette te zoeken. De twee wassen zijn gedraaid, is natuurlijk niet netjes op zondag. Zondag is natuurlijk officieel een rustdag. Maar het is lekker weer om te drogen, dus ophangen maar. Na de lunch nog even een lekkere wandeling maken, en dan hebben we Dinant ook weer gezien. De andere dag varen we richting Givet.

Namen 2 juli 

Twee juli aankomst in de haven van Namen, tot onze verbazing weinig boten, twee in totaal. We kunnen een mooie plek uitzoeken tegenover de Citadel van Namen. Het is een prachtig gezicht vanuit de kuip naar de berg van de Citadel. Avonds met de verlichting aan erg romantisch. De dag van aankomst doen we even een ronde door de stad aan de kant van de haven. Aan de andere kant van de Maas bevindt zich de grote stad van Namen met vele winkels en eethuisjes. De volgende dag willen we de berg beklimmen van de Citadel. Twee jaar geleden was het veel te warm om dit te gaan doen. Toen zou het ook zeker niet gelukt zijn vanwege mijn heup. Er zijn verschillende routes, wij hebben de vlakke route genomen, zo min mogelijk trappen. En zeker niet de kortste route helling van 20 %. Een hele mooie route slingerend over de berg, zo naar de top. Af en toe een tussenstop om een plaatje te schieten. Eenmaal bovenaan heb je een prachtig uitzicht over de streek en de stad Namen. De terug weg nemen we een andere route, zou een snelle route moeten zijn, maar wel een ruige route. Eenmaal beneden gekomen en je kijkt dan weer naar boven, dan denken we wel we hebben het wel even gedaan. En Chappy vond het allemaal geweldig. Na deze tocht zijn we terug gegaan naar de boot voor koffie met taart. later in de middag hebben we nog even boodschappen gedaan. We hebben voor de avond bij de Asia Garden een tafeltje voor twee gereserveerd, om even uit eten te gaan. Het is tenslotte 3 juli en dertien jaar getrouwd. Een goed restaurant, fijne bediening, en goed eten. Eenmaal terug op de boot moesten we nog onze fles Limo cello wijn openen. Deze had ik gekregen voor mijn verjaardag van Annika en Albino. Een heerlijke aparte wijn, en de avond vliegt dan ook zo weer voorbij. De volgende dag gaan we richting Dinant, we kijken onderweg nog even naar de mooie aanmeer plekken.......... Hele mooie aanmeerplekken maar ook nu weer of vol met oude boten, of niet geschikt om daar te gaan liggen. Dus we zetten onze tocht rustig door naar Dinant. Toen we in de derde sluis lagen, moesten we nog ruim een uur  wachten op een andere boot. Na dat de boot was aangekomen zijn we samen op gevaren. Op naar de volgende sluis. We varen nu met drie boten verder tot aan Dinant. Op dit stuk hebben we vijf sluizen gekregen. Eenmaal in Dinant aangekomen hebben we ook hier plek om uit te zoeken. Er liggen maar twee boten, en dat is bijzonder weinig voor het tijdstip van het jaar. Het Nederlandse stel vaart door om iets verderop te gaan liggen, en de zeilboot met de mast naar beneden en de drie mannen varen door. Dus zo hebben we ieder weer een eigen weg gevonden. Eenmaal aangemeerd en de resterende lunch gedaan, maken we een kleine wandeling door de stad. Eens kijken of we ergens iets van gras of groen tegen komen voor Chappy. Niets te vinden dus dan haar behoefte maar in de goot doen. Het is geen stads hond dat kunnen we wel merken. Ze wil echt lekker gras onder haar kont hebben.   

Namen 2 - 4 juli

Als ik dit schrijf is het alweer 3 juli en dertien jaar getrouwd, zittend aan een kopje koffie met een overheerlijk taartje en uitzicht op de Citadel van Namen. Het is bewolkt en af en toe een spatje regen. 

Vanuit Maastricht vertrokken, varen we de maas langzaam af naar boven, stroomopwaarts richting België. Even nog een mooie foto maken vanuit de sluis over het landschap van Nederland, op naar andere landen en steden, ieder met zijn eigen karakter en natuur. We varen richting Luik dat zal onze eerst volgende haven zijn om te overnachten. De trip is 13,6 mijl. Met een stevige wind op de kop en stroom opwaarts varen we de Maas op. Ook de Maas heeft sommige plekken wat op de kaart staat als aanmeerplek, maar ja daar kunnen we dus echt niet aanmeren. Ook hier vol met grote oude schepen en schroot. We hebben op dit stuk twee sluizen te gaan, beide met drijvende bolders waar je automatisch mee omhoog of naar beneden gaat. En ja dan zou je denken we zijn in België daar spreken we dus nog wel even Nederlands. Maar helaas natuurlijk niet, we moeten onze Frans weer gaan gebruiken. We treffen nog vier andere boten die ook de sluis in moeten en nog een paar vrachtboten, vele makke schapen in een sluis. Eenmaal in Luik aangekomen zoeken we een mooi plekje. De drie Nederlanders die ook in de sluis lagen gaan daar ook aanmeren. We raken wat aan de praat, en zo gaat ieder zijn weg. Maar het blijkt wel dat we alle drie richting Givet gaan. En vandaaruit gaat ieder zijn eigen weg. Sluiswerk loopt allemaal soepel en voortvarend. Op naar de volgende jachthaven, en dat zal Port de Corphalle worden. Een kleine jachthaven langs de Maas. Heel eenvoudig en simpel voor twaalf euro een overnachting inclusief water en stroom. Een maal in de haven komt de andere Nederlander hier ook liggen, de derde Nederlander vaart door naar een volgende haven. In het plaatsje is een grote Brico of wel bouwmarkt, daar scoren we nog twee leeslampjes. In de avond nog even een wandeling maken met Chappy, er komt er een helikopter boven ons vliegen en die gaat landen op het haven terrein. Klaas kon zijn eigen nog net vasthouden aan een reling, en wij konden nog schuilen achter de bomen. Anders waren we omgewaaid. En ja dat is dan wel weer even een spectaculair gebeuren. Een BMW motor die daar langs de kant stond werd letterlijk en figuurlijk omgeblazen. Maar de schade werd netjes genoteerd en op de foto gezet, dus dat komt wel weer goed. De persoon waar het voor nodig was heeft het helaas niet gehaald. En ja dan is het mooi als je deze heli van dichtbij even mag bekijken. Chappy vond het allemaal heel erg interessant. Later op de avond is de heli weer vertrokken op naar de thuis basis. Volgende dag weer vroeg vetrokken op naar ons volgende doel Namen. Onze buurman die vertrekt een uurtje later en zullen elkaar ongetwijfeld weer tegen komen in Namen.

Maastricht 29 juni 2020

Momenteel is het maandag 29 juni en liggen we in de haven Maastricht Marina. Vandaag even wezen fietsen naar Eijsden, met de wind tegen en een bewolkte dag. Eenmaal in Eijsden aangekomen hebben we het kasteel Eijsden even aan de buitenkant bekeken. Verboden voor honden en fietsen, dus Chappy moest in haar fietsmandje blijven zitten. En dat vind ze geen enkel probleem. Zo hebben we als nog het kasteel met de fiets aan de hand rond gelopen. Daarna zijn we in de plaats Eijsden een heerlijke Limburgse vlaai gaan eten. Want tja als je in Limburg bent, moet je toch wel een vlaai hebben gegeten.